Ik heb de tekeningen daarna ingenomen en geanalyseerd op ruimte en mens. Zie hieronder de resultaten.
Zwak:
Ruimte: fase 4
Je ziet dat er geen zichtbare diepte is getekend in deze tekening.
Mensbeeld: fase 4/5
Deze leerling heeft een mens getekend. Je ziet dat er geen vingers zijn, de voeten naar links en rechts staan, het hoofd niet grenst aan een nek maar aan een lichaam, en dat het lichaam niet heel erg klein en breed is. Ook de benen staan ver uit elkaar.
Middelmatig
Ruimte: fase 7
Deze leerling heeft een horizon getekend.
Ruimte: fase 7
Deze leerling heeft een horizon getekend.
Mensbeeld: fase 7
Deze leerling heeft geen vingers getekend, maar wel een nek en de verhoudingen van het lichaam zijn al aardig goed. Je ziet dat het poppetje van de zijkant is getekend en de rechtse arm komt ook achter het lichaam vandaan.
Deze leerling heeft geen vingers getekend, maar wel een nek en de verhoudingen van het lichaam zijn al aardig goed. Je ziet dat het poppetje van de zijkant is getekend en de rechtse arm komt ook achter het lichaam vandaan.
Ruimte: fase 6
Deze leerling heeft een horizon getekend. Achter de surfer gaat het water nog door.
Deze leerling heeft een horizon getekend. Achter de surfer gaat het water nog door.
Mensbeeld: fase: 8
Deze leerling heeft de voeten van de surfer naar rechts en links geplaatst. De vingers zijn getekend en het lichaam is al aardig in verhouding.
Deze leerling heeft de voeten van de surfer naar rechts en links geplaatst. De vingers zijn getekend en het lichaam is al aardig in verhouding.
Ruimte: fase 7
Deze leerling heeft zichzelf in de ruimte getekend. Er is een horizon getekend en de deur is kleiner omdat het verder weg is.
Het bureau staat weer niet goed in de ruimte, evenals het bed.
Deze leerling heeft zichzelf in de ruimte getekend. Er is een horizon getekend en de deur is kleiner omdat het verder weg is.
Het bureau staat weer niet goed in de ruimte, evenals het bed.
Mensbeeld: fase 6
Deze leerling heeft 4 vingers getekend. Het mensfiguur heeft een romp, benen een nek en een hoofd.
Goede:
Ruimte: fase 6
Deze leerling heeft zichzelf bij een zwembad getekend. Ze heeft een denkbeeldige horizon getekend. De mensfiguren zijn voorin de tekening even groot als achterin.
Ruimte: fase 6
Deze leerling heeft zichzelf bij een zwembad getekend. Ze heeft een denkbeeldige horizon getekend. De mensfiguren zijn voorin de tekening even groot als achterin.
Mensbeeld: fase 8
De leerling kan de mensen activiteiten laten doen. Zo ligt er een op een ligbank en een andere leunt naar achteren. Dit is goed weergeven.
Er is een hoofd, romp, benen, armen en er zijn vingers getekend. Er is niet bij iedereen een nek getekend.
De leerling kan de mensen activiteiten laten doen. Zo ligt er een op een ligbank en een andere leunt naar achteren. Dit is goed weergeven.
Er is een hoofd, romp, benen, armen en er zijn vingers getekend. Er is niet bij iedereen een nek getekend.
Tijdens deze les heb ik gezien dat er nog wel wat aan het mensbeeld kan worden verbetert. Samen met medestudenten hebben we gekeken naar wat er veranderd zou kunnen worden. We hebben besloten om verder te gaan met het mensbeeld.
Mogelijke vervolgactiviteiten kunnen zijn:
- andere materialen gebruiken en daarbij de textuur uitleggen
- de leerlingen een les aanbieden over vorm:
>de verhoudingen van een mens uitleggen en daarbij de vorm van de handen, waar de nek zit enz.
> de leerlingen uitleg geven over de ruimte: licht/donker, kleur, structuur en lijnen enz.
Ik heb uiteindelijk gekozen om een les uit te werken over hoe je een mens in verhouding tekend en met ander materiaal.
Lesvoorbereiding
Naam | Hanna Venema | Groep | ICO(Stagebegeleider) | ||
Praktijkschool | Groep | Mentor | |||
Activiteit | Datum |
Leerpunten student | 1. | 2. | 3. |
Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, … | Aan het begin van de les heb ik al een les gegeven waarin ze zichzelf konden tekenen in een ruimte. Ik zag daarbij dat de leerlingen niet verder kwamen dan niveau 8 van het mensfiguur. Veel leerlingen tekenden zichzelf zonder nek en zonder vingers. Samen met een aantal studenten hebben we besloten om de les over jezelf tekenen in een ruimte uit te breiden. We wilden het mensfiguur verder behandelen in onze vervolgles. |
Doelstellingen Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben? Formuleer je doelen SMART. | Aan het eind van de les hebben de leerlingen met houtskool gewerkt. Ze hebben geleerd hoe je een mens in verhouding tekent. |
Evaluatie Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald. | dit kan ik zien aan hoe de leerlingen het product hebben gemaakt. |
Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen Wat doe jij? |
Uitleggen, daarna de leerlingen begeleiden zij luisteren naar de instructie en gaan daarna aan de slag voor hun product houtskool en papier houtskool en papier | ||
Leeractiviteiten Wat doen de leerlingen? | |||
Instructie-middelen Welke middelen gebruik jij? | |||
Leermiddelen Welke middelen gebruiken de leerlingen? |
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken? | Papier, houtskool de leerlingen blijven aan hun tafel zitten we presenteren het product op de muur de leerlingen leggen hun houtskool weer op. |
Tijdens Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product? | |
Na afloop Zorg een rustige overgang naar de volgende les. Wie ruimt wat op? Waar moeten leerlingen gaan zitten? |
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
Keuze lesmodel
benoem hieronder in de eerste kolom de fasen die horen bij het gekozen lesmodel | Aanvullende vakdidactische eisen · BVV- model - Betekenis: de leerlingen hebben allemaal een lichaam en gaan ontdekken waar deze uit bestaat - Vorm: de leerlingen werken op papier met ruimte, kleur en compositie - Vaardigheden: Ze werken met houtskool en krijgen de verhoudingen van een mensfiguur aangeleerd. | DA | ADI | ||||||||
1 Inleiding 2 Kern 3 Afsluiting | 1 Terugblik 2 Oriƫntatie 3 Uitleg 4 Begeleide inoefening 5 Zelfstandige verwerking 6 Evaluatie continu: REFLECTIE |
lesfase | tijd | activiteit |
Oriƫntatie Uitvoering Nabeschouwing | - Introduceren Ik introduceer door met de leerlingen te kijken waar je lichaam eigenlijk allemaal uit bestaat, waar dit zit en hoe het verbonden is met elkaar. - Informeren Ik laat tekeningen zien van een mensfiguur dat is getekend met houtskool. We gaan in op wat je allemaal kan met houtskool en hoe de verhoudingen van een mens zijn. - Instrueren Ik vertel dat ze een mensfiguur gaan tekenen met houtskool. Ik doe de verhoudingen voor en laat ze zien wat je kan doen met houtskool. - Observeren De leerlingen gaan zelfstandig aan het werk. Ik loop rond en observeer de leerlingen. Als er begeleiding nodig is geef ik deze aan een leerling. - Begeleiden Tijdens het werken stel ik vragen aan de leerlingen en leg alternatieven voor. Zo zet ik de leerlingen aan tot reflectie en help hun met hun keuzes te maken. - Afronden Als de leerlingen hun activiteit klaar hebben laat ik ze een vervolgopdracht doen. Ze mogen zelf experimenteren met het materiaal. Ze hoeven niet meer een mens te tekenen maar mogen ook een voorbeeld tekenen. - Nabespreken De leerlingen mogen het werk bekijken. Ze mogen kijken of ze een mensfiguur hebben getekend met houtskool. Dit moet in de juiste verhouding zijn en er is gebruik gemaakt van de textuur van houtskool. - Beoordelen Ik geef met de leerling erbij mijn mening over het gemaakte werk. Ik verwijs hierbij naar de criteria's uit de oriƫntatiefase. - Presenteren De leerlingen mogen hun gemaakte werk ophangen aan de muur. Zo presenteren we de tekeningen aan de rest van de klas. |