zaterdag 31 december 2011

mensfiguur tekenen.

Dit is het mensfiguur dat ik getekend heb. Hiermee wil ik mijn tekenvaardigheden aantonen.
Miranda.

dinsdag 20 december 2011

Tekeninganalyse groep 1/2, Jiska

Analyse van de ruimtelijke foto's

De tekeningen zijn gemaakt door kinderen uit de kleuterklas, groep 1/2. Hieronder zie je 8 foto's (4 ruimtelijke en 4 figuurlijke foto's) die ik geanalyseerd heb. Na aanleiding van de analyse heb ik een les bedacht om ze zo verder te helpen in hun ontwikkeling. Deze les hier je onderaan.
 

Ruimtelijke foto 1: Het schematische staduim
Je ziet dat het kind symbolen weet weer te geven die in de omgeving voorkomen. Dit zie je aan het huis, de zon en de bloemen
Dit kind zit in fase 4: zelfgetekenende grondlijn.
Je ziet de grondlijn niet, maar het huis en de bloemen staan wel op een 'denkbeeldige' grondlijn.





Ruimtelijke foto 2: Het schematisch staduim
De symbolische weergave van de werkelijkheid zie je hier wel naar voren. Dit zie je aan de vogels en huizen. Het kind maakt ontwikkeling door, door naar de werkelijkheid te kijken.
Verder weet hij nog niet goed hoe de contrasten zijn. De bloemen zijn bijna even groot als een huis.

Deze tekening hoort onder fase 3: onderrand = grondlijn.
De huizen, bloemen en bomen hebben allemaal de onderkant van het papier als grondlijn.


Ruimtelijke foto 3: Het schematische staduim
Je ziet hier dat het kind een flat heeft gemaakt en uit de werkelijkheid gekopieerd dat een boom dan veel kleiner is dan wolkenkrabber.
Dit kind zit in fase 3: onderrand = grondlijn.
Het kind is heeft de onderkant van het papier als onderrand genomen.








Ruimtelijke foto 4: Het schematische staduim.
Dit kind heeft uit de werkelijkheid opgemerkt dat veel bomen boven de huizen uit komen en heeft dit ook getekend.
Ook deze tekening zit in fase 3: de onderrand = grondlijn. Je ziet dat de bomen en het huis de grondlijn van het papier aangenomen hebben.







Analyse van de ruimtelijke foto's


Figuurlijke foto 1:









Figuurlijke foto 2:











Figuurlijke foto 3:









Figuurlijke foto 4:



















Lesvoorbereiding

Naam
Jiska
Groep
2
Stagebegeleider/
coach

Stageschool

Groep
1/2
Mentor

Activiteit
Tekenles
Datum



 
 
 
 
 
 
Leerpunten student
1.    
2.    
3.    

Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, …

Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben?
Formuleer doelen die concreet, meetbaar, zichtbaar, haalbaar zijn.
Aan het einde van de les:
-
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.


Werkwijze en middelen (waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
Hoe wordt de leertijd gebruikt:
leerkrachtgestuurd F leerlinggestuurd
Leerkrachtgestuurd










Tekenpapier op A4 formaat, kleurpotloden,
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?


Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)


Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
 
Keuze lesmodel
x
Didactische Analyse

Activerende Directe Instructie

Ander model, namelijk:


benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel
Aanvullende vakdidactische eisen
·        procesfasemodel
DA
ADI
1 Inleiding

2 Kern

3 Afsluiting
1 Terugblik
2 Oriƫntatie
3 Uitleg
4 Begeleide oefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie

continu: REFLECTIE
 
lesfase
Tijd
Activiteit
Inleiding






Kern








Afsluiting
15
min.





15 min.







10 min.
Ik lees het sprookje ‘De nieuwe kleren van de keizer’ voor.
Na het verhaal vraag ik aan de kinderen hoe de keizer, voorop het boek, eruit ziet.
De kinderen vertellen een aantal kenmerken van de keizer. Daarna gaan we kijken naar ons eigen lichaam. Ik laat de kinderen staan en d.m.v. een spelletje laat ik ze hun lichaam goed bestuderen. Hoe zien je handen eruit. Waar zitten je armen aan vast, enz.

Ik leg de opdracht uit. Ik vertel dat ze allemaal kleermakers zijn en dat ze een outfit voor de keizer gaan bedenken. Ze tekenen dus op het A4tje de keizer in zijn nieuwe outfit met zijn kroon op zijn hoofd, want de keizer deed immers nooit zijn kroon af. Ik verplicht de kinderen wel dat de keizer minimaal een onderbroek aan moet hebben.

Als de kinderen aan de slag gaan ga ik om de beurt bij een groepje zitten en geef nog een kleine instructie. Hoe kan je een


Ik laat de kinderen opruimen. Daarna gaan we in de kring zitten en pak ik de tekeningen erbij. De kinderen geven elkaar positieve feedback op de tekeningen. Wat vinden ze mooi getekend? Ik laat het kind zelf aangeven waar hij minder tevreden mee is, of wat hij nog wil verbeteren.  
Daarna hang ik de tekeningen op in de klas.

maandag 5 december 2011

tekeninganalyse groep 6. Miranda.

De leerlingen van groep 6 heb ik de opdracht gegeven om 2 mensfiguren in een bepaalde ruimte te tekenen.
4 van deze tekeningen heb ik geanalyseerd.


Deze tekening is getekend door een meisje. Ze zit in fase 7 van de tekenfasen, mensfiguur en profile. Ze heeft 2 mensfiguren getekend. 1 van opzij en 1 van voren. het mensfiguur van voren is statisch getekend maar er is wel veel gelet op details. Ze heeft het lijf nauwkeurig getekend. De armen zitten op de goede hoogte en alles is goedd vanaf de zijkant getekend.


Deze tekening is door een meisje getekend. Ze zit in fase 6 van de tekenfasen, het silhouet fguur. Ze heeft amren en lijf in 1 onderbroken lijn getekend. De broek is niet in 1 doorgetrokken lijn getekend. Ze heeft 2 'losse benen' getekend.


Deze tekening is getekend door een jongen. Hij zit in fase 5 van de tekenfasen, een compleet mensfiguur. Hij heeft een compleet mensfiguur getekend. Het gezicht heeft haren, ogen en een mond. Oren en een neus ontbreken. Het lijf en de armen is in een onderbroken lijn getekend met rondjes als hanpalmen en streepjes als vingers. De broek heeft hij als 2 losse benen getekend zonder voeten.


Deze tekening is getekend door een jongen. Hij zit in fase 2 van de tekenfasen, kopvoeter met lijfaanduiding. Hij tekend een hoofd met haren. Het lijf is een streep naar beneden met benen hieraan vast. Tussen het hoofd en de lijf zijn de armen verbonden. Het mensfiguur heeft geen nek, handen en voeten.

Ik wil deze leerlingen een stap verder krijgen in hun tekenontwikkeling.
om dit doel te behalen heb ik een tekenles ontworpen. Bij deze les is het de bedoeling dat de leerlingen leren om een mensfiguur te tekenen in een bewegende houding.
Hieronder is de lesvoorbereiding te lezen.

Lesvoorbereiding


Naam
Miranda Voshart.
Groep
2c
Stagebegeleider/
coach
Grace Postma.
Stageschool
R. de jagerschool woerden.
Groep
6
Mentor
Esther Oosterveer.
Activiteit
Tekenles.
Datum




Leerpunten student





Verantwoording (waarom ga je dit doen)

Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, …
Een aantal leerlingen kunnen al mensfiguren in een bewegende houding tekenen. vele leerlingen nog niet.
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben?
Formuleer doelen die concreet, meetbaar, zichtbaar, haalbaar zijn.
Aan het einde van de les kunnen de leerling een mensfiguur tekenen in een bewegende houding.
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
Samen met de leerlingen bespreek ik de tekenen. Ik vertel aan de leerlingen waar ze de volgende keer op kunnen letten.


Werkwijze en middelen (waarmee ga je dit doen)

Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
Hoe wordt de leertijd gebruikt:
leerkrachtgestuurd F leerlinggestuurd
Leerkrachtgestuurd.
 Ik vertel aan de leerlingen wat we deze les een mensfiguur in een bewegende houding gaan tekenen. Ik leg aan de leerlingen uit hoe we dit gaan doen.

De leerlingen maken eerst de tekenpop precies na op een tekenvel. Daarna maken ze hiervan op een ander tekenvel een mensfiguur van.

Als instructiemiddel gebruik ik het digibord en de tekenpop.

Als leermiddel gebruiken de leerlingen de tekenpop en tekenvellen.
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
Instructie-
middelen
Welke middelen gebruik jij?
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?



Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)

Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
 Vooraf moet de tekenpop op de instructietafel staan, en de tekenvellen moeten uitgedeeld zijn.

De organisatie wordt aangepast wanneer ik de instructie gegeven hebt en de leerlingen zelfstandig aan de slag gaan.

Na afloop bespreek ik samen met de leerlingen de tekeningen.
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
Na afloop
Bereid een rustige lesovergang voor. Wie ruimt wat op? Waar en hoe moeten leerlingen gaan zitten?


Lesopbouw
(wat ga je precies doen)


Keuze lesmodel
+
Didactische Analyse

Activerende Directe Instructie

Ander model, namelijk:


benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel

Aanvullende vakdidactische eisen



De leerlingen maken in deze les een mensfiguur volgens de kenmerken van fase 7 van de tekenfasen.
DA
ADI
1 Inleiding

2 Kern

3 Afsluiting
1 Terugblik
2 Oriƫntatie
3 Uitleg
4 Begeleide oefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie

continu: REFLECTIE



Indeling.
Tijd.
Activiteit.
Inleiding.








Kern.








Slot.










 10 min.







50 min.







10 min.
De tekenpop zet ik op de instructietafel voorin de klas. Ik vertel dat dit een tekenpop is en dat je deze pop in verschillende houdingen kan zetten. Dit doe ik voor. Je kan alle lichaamsdelen van deze pop los van elkaar bewegen en in een bepaalde houding zetten.
Ik vertel aan de leerlingen dat veel jonge kinderen poppetjes op de volgende manier tekenen: de armen staan kaarsrecht en de benen staan wijd. Alleen in het echt staan mensen bijna nooit zo. Ik vertel aan de leerlingen dat wij in deze les gaan leren om poppetjes in een bewegende houding te tekenen.

De tekenpop zet ik in een bepaalde houding. De leerlingen moeten deze tekenpop precies zo natekenen. Alle lichaamsdelen moeten de leerlingen tekenen op de manier waarop dit ook is gedaan bij de tekenpop. Dit doe ik voor op het bord.

Als de leerlingen dit hebben gedaan, pakken ze een nieuw tekenblad. Ze gaan nu van de nagetekende tekenpop een mensfiguur maken in precies de zelfde houding. Je ziet nu niet meer de losse lichaamsdelen, maar het is nu 1 geheel. Ook tekenen de leerlingen het mensfiguur met t-shirt, broek, schoenen etc. aan.

Als het goed is zijn alle tekenen van de leerlingen hetzelfde, want ze hebben het mensfiguur op de zelfde manier getekend.
Ik bespreek met de leerlingen de tekeningen. Ik vertel aan de leerlingen waar ze de volgende keer nog op kunnen letten.


 Dit is een voorbeeld van een tekenpop.